dinsdag 18 december 2007

Spelletjesavond

In de zoveelste poging om mijn eigen jeugd (de leuke stukken ervan, in elk geval) te herscheppen heb ik een tijdje terug de spelletjesavond ingevoerd. Een schot in de roos. Op vrijdag, als 'de kleintjes' naar bed zijn wordt er warme melk en lekkers geserveerd, en mag Noa verzinnen wat we gaan doen. Jammer genoeg. Want mijn definitie van spelletjesavond, kom ik nu achter, is met elkaar rond de tafel zitten, koffie erbij, gezellig. Memory, bijvoorbeeld. Ik heb de doos van dertig jaar geleden nog steeds. Noa echter doet veel liever Twister, dat ik hem ooit gegeven heb omdat me dat voor hem zo leuk leek om met vriendjes te spelen. Die, zie boven, veel liever met de baby spelen. 'Actually, I didn't invite you to play with my baby sister, you know'. En bij Twister zit je dus NIET rond de tafel en je koffie koelt er ook aardig bij af.

Dus daar gingen we weer, vanavond. Noa draaien en de grote mensen op de knieën. De bonen van gisteren een gemeen wapen in de strijd mijnerzijds, valse duwtjes van de kant van mijn opponent. Ondanks alle yoga wist ik halverwege een hamstring aardig te verrekken. Volgens mij won ik, maar het bleek toch een jury-sport en uiteraard was de meerderheid tegen me. Waarna ik nog een rondje tegen Noa mocht om wederom te verliezen. Heb ik al eens verteld dat ik HEEL SLECHT tegen mijn verlies kan? Bij deze. Overigens een eigenschap die mijn oudste met me gemeen heeft zodat er nog net geen tranen vloeiden aan het eind. En zo komen mijn ideeën wel vaker als een boemerang terug...

maandag 17 december 2007

Vooruitkijken

En af en toe valt alles helemaal op z'n plek. En daar wordt ik dan gek genoeg heel onrustig van. Zou het kunnen dat dit dan de mooiste tijd is, en dat het vanaf hier alleen nog maar minder kan worden?

Mijn vertroebelde brein weet op zo'n moment nog maar 1 oplossing: meer baby's, er moeten meer baby's komen, dat is het, meer baby's. Meer baby's, dat is echt de enige manier om nog evenop deze plek te blijven hangen, want daarna is het zeker rechtstreeks door naar stilte, saaiheid, stilstand, achteruitgang en de rollator.
Aan mijn lief heb ik niets op zo'n moment. Daar komt alleen maar gemompel uit in de trant van driemaal is scheepsrecht, alle goede dingen komen in drieen, de heilige drie-eenheid.
Dus overlegde ik even met de helderste persoon in ons huishouden. Het antwoord (na twee uur rimpelloos samenspel): "Ik vind, ze worden allemaal maar groter, en Tycho is nu al zo naar."

zaterdag 15 december 2007

Nieuwe oude rituelen...

Het werd weer de hoogste tijd om de kerststal in elkaar te klussen. Toen de kartonnen doos instortte onder het gewicht van het papier-mache werd het pas echt een kerstgrot:

Jozef en Maria zijn al weer onderweg namelijk:
Maria uiteraard met blauwe mantel, rode jurk, volgens goed antroposofisch gebruik als overgeleverd door mijn zus en moeder. Waarom doe ik dit in vredesnaam? Wat zegt dit over mij?
Jozef en Maria zijn voorlopig neergestreken op het herfsttafeltje, dat zeer symbolisch plaats heeft moeten maken voor bovengenoemde kerstgrot. Dat klinkt nu heel makkelijk maar het heeft me dus drie (!) dagen gekost voor ik dat doorhad. Maar goed.

Bij het stulpje worden de pasgehuwden opgewacht door een tweetal struikrovers, pardon schaapherders:


En dit is dan de zojuist opgeleverde kerstgrot, met daarin alvast de os en de ezel, welke laatste trouwens door m'n lief steevast wordt aangeduid met Momfert (alias ''de mol'').
Volgens wederom de antroposofen kunnen de kinderen ook zo leuk spelen met de zelfgepunnikte ecologische schapenwollen poppen- ik hoop het maar want lelijk als ze zijn kan ik het toch niet helemaal goed hebben als er mee gesold word, zielig niet?
Inmiddels denk ik met weemoed aan de stal van vorig jaar, want zeker met Kerst was nu al vroeger alles beter en ook leek Momfert toen nog veel meer op een zoog- dan op een knaagdier:

Volgens mijn lief is het overigens het hooi dat het het hem doet, en niet mijn nostalgische inslag noch het inruilen van warm hout voor kille steen. Petshop hier komen we dan maar.

You seem to have a weird idea of my parenting style,

so for the record: i scream, i hiss, i puff and spit, like the best of them.

Dank, Godin van het moederschap, voor vriendinnen die precies op het juiste moment het juiste berichtje weten te sturen. Het juiste moment: na twee dagen alleenstaand ouderschap. Met een ziek schoolkind (denk: stervende zwaan). Met een tweejarige die gewoon zichzelf is (denk: een operadiva aan de speed, die een lichaam moet delen met een tedere verpleegster, een jong katje en een rugbyspeler). En met een baby die een majestueuze minachting heeft voor banale zaken als nachtrust en voorspelbaarheid.

En dan kun je nog zoveel lezen over Zen enzo, maar dan komt het er dus op aan.

Buiten nog aardedonker, maar boven mijn graf hangt een blij lachend jongenskoppie. Goedemorgen, lieverd. Mag ik nog even wakker worden? Het andere jongetje, dat zich in de loop van de nacht bij me heeft gevoegd en me met z'n zweterige lijfje en slechte adem effectief uit de slaap hield roert zich ook. Ze knuffelen mij en elkaar, maken dan ruzie. Ondertussen ligt de baby aan de borst, tevreden, zij dan weer wel. Ademhalen. Ontbijt maken, brood-nee liever pap- nee toch brood. Niet mopperen, ik weet ook weleens niet wat ik wil (meestal, eigenlijk). Aankleden, was bij elkaar zoeken, opruimen. Plan? Geen plan maar, vandaag. Gezeur en geruzie, de meerderheid huilt nu. Ademhalen. De realisatie: geen reddende engel voor mij, vandaag, ooit. Knutselen dan maar. He gezellig, pelpinda's rijgen met de één, pelpinda's voeren aan de ander, sjongejonge wat knus. Die vogels boffen maar, straks. Dan, langzaamaan, voel ik de stemming weer ontsporen. Ademhalen. Geen houden aan nu, we schuiven met z'n allen langzaam naar de rand. Godverdomme. Wat heerlijk zou het zijn om nu te slaan, echt hard, en dan nog een keer en nog een keer... Ik maak een scherpe opmerking, word onmiddelijk gehoorzaamd. Het randje waanzin in mijn stem was dan ook onmiskenbaar. Hij is bang voor je stem. Volgens mij ben jij ook een beetje bang voor mijn stem, lieverd. Ja, wel een beetje. Geeft niks hoor, ik ben er zelf ook bang voor. En niet zo'n beetje ook.

En ik vraag me af, hoe komt het toch dat ik mezelf nog steeds geen echte moeder voel? Drie keer gebaard, meer dan twee jaar gezoogd, ontelbare poepbroeken verschoond, geknuffeld (heel veel geknuffeld), en voorgelezen, op hopeloos miezerige dagen om negen uur 's ochtends in de speeltuin, op veel te warme dagen 's middags op het strand, me zorgen gemaakt over oppas, scholen en crèches, maar het beeld van een moeder dat ik in mijn hoofd heb en het beeld van mezelf willen maar niet over elkaar heen vallen. Als twee foto's die vlak na elkaar genomen zijn: het lijkt hetzelfde moment maar het is het net niet.

You seem to have a weird idea of my parenting style, so for the record: i scream, i hiss, i puff and spit, like the best of them.
Ik lach hardop.
Me, too. Thanks.

dinsdag 27 november 2007

Dertien dingen...

...waar ik even domweg heel gelukkig van word op een druilerige dinsdagmiddag:
  • Bijna alle kinderen even de deur uit
  • Alle kinderen allemaal weer gezellig thuis
  • Een nieuwe yoga-CD waardoor het thuis ineens bijna net zo fijn is als op de les
  • Een baby die frisgewassen zo lang slaapt dat ik die hele CD ook in één keer kan afhoren
  • De herinnering aan een heel fijn weekeind met een lieve vriendin
  • Het vooruitzicht van paardrijden in Richmond Park
  • Een lang telefoongesprek, zomaar overdag en helemaal onverwacht, met een lieve vriendin waarmee het misschien wel steeds beter gaat
  • Een heel stil moment, vanochtend om zes uur
  • Voor het eerst boerenkool in de groentendoos
  • Een door mezelf vers gebakken broodje met Cheddar
  • Noa die alléén over zijn dag wil vertellen op voorwaarde dat ik hem eerst heel hard knuffel
  • Tycho die me precies instrueert hoe ik de treinbaan moet bouwen
  • Mijn lief die me SMS-t dat hij weer veilig geland is

maandag 19 november 2007

Bilingual viespeukje

-Mummy, what are germs?
-Dat zijn bacteriën
-Zitten er bacteriums in snot?
-Ja, een heleboel zelfs.
-Dus ik eet wel eens bacteriums?
-Eet je wel eens snot dan?
-Yes, but only when I am somewhere AND it is a very long one, AND I don't have a tissue. Like this...

Flagellatie


Om maar met de deur in huis te vallen, en voordat iemand mijn grootspraak over het Jaar van Niet Consumeren ook daadwerkelijk gaat geloven: ik heb zopas ALLE ZEVEN DELEN van Prime Suspect gekocht.

Ik bedoel, wat ik daarvoor heb gekocht, dat kon ik nog goedpraten. Handschoenen voor op de fiets, want het wordt winter nietwaar? Een fietshelm voor Noa is onmisbaar in dit autogekke land, en bovendien werden we er meermalen voorzichtig op aangesproken (het Britse equivalent van ons stevig bij onze oren pakken en ons in het gezicht schreeuwen dat we onverantwoorde ouders zijn). Een schooluniform, waar ik overigens tweedehands broeken bij heb gekocht, vond ik ook nog wel kunnen, anders kreeg ik maar last met de hoofdjuffrouw.

Maar ZEVEN DVD'S? Zeven goede redenen om voorlopig maar even helemaal nergens over te bloggen tot ik wist wat voor atavistische neiging daar z'n kop had opgestoken, vond ik (de achtste reden was mijn winterdepressie, waarover voorlopig wel weer even genoeg).

Nou, daar komt-ie dan, de reden om ZEVEN DVD's te kopen: ik weet het niet. Echt niet. Het laatste dat me bijstaat is dat het begon als een plan voor een kadootje, en dat ik even op Amazon.com ging kijken. Een kwartier later was het onheil geschied. En nu druppelen ze dus stuk voor stuk binnen met de post, elk pakketje een kleine ode aan mijn slappe knieen. Het enige dat ik kan verzinnen is dat het een aanval was van pure hebzucht, waarvoor ik tijdelijk mijn betere zelf het zwijgen opgelegd heb.
Ik krijg bijna zin om het hele project maar te termineren. Maar ik doe het niet. Want het is zo verschrikkelijk leerzaam allemaal dat ik een beetje schaamte maar op de koop toe moet nemen.
Maar reken maar dat ik ze ook echt ga weggeven, die zeven. Want elke keer dat ik de kamer inkom kijken ze me aan. En dan beginnen ze te lachen. Eerst een beetje besmuikt, maar dan steeds harder en harder, en als ik de deur achter me dichtgegooid heb hoor ik ze op de gang nog nahikken. Waarna zachtjes mijn lief begint te schuddebuiken...

dinsdag 13 november 2007

...en ik mag ook al niets kopen!

Dus leef ik mijn winterdepressie uit op lekker koken. Elke dinsdag klopt er een enorme neger aan onze deur en haalt uit zijn kleine gele bestelbusje een paar dozen vol met hele fijne dingen: groenten, fruit, sapjes, zuivel en vooral ook veel chocola. Om het mezelf niet te makkelijk te maken (waarom zou je ook, tenslotte...) zet ik een weekmenuutje in elkaar volgens de volgende regels:

  • vegetarisch (want minder zielig)
  • biologisch (want beter voor de planeet)
  • afwisselend rijst, gierst, pasta en aardappels (want gezond)
  • zo veel mogelijk peulvruchten in plaats van kaasjes enzo (want nog lastiger, pardon gezonder)
  • en uiteraard....nòòit kant-en-klaar ingredienten (want zoals algemeen bekend het werk van de Baarlijke Duivel en Haar Handlangers)
Zijn jullie er nog? En dan ook nog zorgen dat het bederfelijke spul het eerst op gaat omdat ik niets weg wil gooien. Een soort sudoku voor lekkerbekken, zeg maar, waar ik elke dinsdag een heel bevredigend uurtje mee bezig ben. En ook niet gek dus dat bij ons aan tafel een flinke lijfstraf staat op wagen te klagen...

Daarom

Ach, ik wilde zo graag mooi schrijven over mooie dingen.

Maar Noa wekte ons van de week door over ons heen te spugen. De baby is nog steeds onredelijk heftig gehecht aan haar nachtvoedingen. En Tycho stond vannacht blaffend en kotsend aan ons bed (kinkhoest, diagnosticeerde ik. Of, waarschijnlijker vond ik, pseudo-kroep. Altijd handig, een medische opleiding. Heb je tenminste iets om tegen elkaar te vertellen, zo midden in de nacht op de rand van een heet bad met een naar adem snakkende peuter op schoot).
Het bezoek is weg, de winter krijgt eindelijk de overhand, en ik, ik maak me druk over een medisch systeem dat niet het mijne is. Dat achter elke boom een rover ziet en tegelijk alles doet om de schijn van volkomen veiligheid te wekken. In een veel te grote organisatie waarin ik binnen een paar weken al aardig paranoide ben geworden. Waarin ik mezelf wil bewijzen zodat ik dingen op mijn manier kan doen, maar waar ik mezelf moet bewijzen door dingen te doen waar ik niet achter sta. En waarin ik me steeds kleiner ga voelen, als vroedvrouw en als mens, omdat het me niet lukt om te zijn zoals ik wil zijn. Ik blijk niet sterk genoeg om te vechten en niet vrijmoedig genoeg om te overtuigen, de woorden blijven als graten in mijn keel steken en in mijn buik groeit een boos zwart gat.

Dus het zit er even niet in. Sorry.

zaterdag 27 oktober 2007

Surplace

Het bakje brood wordt overhandigd, en op de grond leeggekieperd. Er wordt zorgvuldig 1 stukje uitgezocht, dat na een paar minuten peinzend wordt overhandigd aan de zwaan. Dan gaan er vijf brokken tegelijk het water in, maar zo dichtbij dat de eenden niet voorbij de zwaan durven en ook de zwaan een beetje voorzichtig is. Pauze. Hij draait zich om, en ziet acht duiven dansen rond het hoopje brood. Hij rent erop af. Gefladder. Ze strijken een eindje verderop neer. Weer stuift hij op ze af, weer vliegen ze op, de slimsten terug naar het inmiddels verlaten heuveltje voedsel wat hem niet opvalt want hij is te druk met de anderen te verjagen. Dit gaat een tijdje zo door. De eenden wachten ondertussen geduldig, de zwaan bewaakt de voorste linie. Dan herinnert hij zich opeens wat hij aan het doen was en de zwaan krijgt nu meerdere hapjes achter elkaar van het inmiddels flink gesloken bergje kruimels. De hoopvolle eenden kwekken wat op de achtergrond, maar zowel hij als de zwaan hebben geen medelijden en slechts aandacht voor elkaar.
Als het brood op is en alle duiven verjaagd gaan we naar huis. Op de fiets verheugt hij zich op een koekje en een sapje, (want als je twee bent komt alles in maat S).

Ik kijk, ik leer. En soms droom ik van iemand die ook voor mij de dag opdeelt in hapklare stukjes van tien minuten. Zodat ik net zo op kan gaan in het leven als hij. Maar ik zal het wel weer zelf moeten doen.

zaterdag 20 oktober 2007

De tomaat is gek...

...ze denkt dat het lente is!

dinsdag 9 oktober 2007

Barst

Het is nu 56 dagen geleden dat ik besloot om in principe een jaar lang niets meer te kopen. Als een creatieve uitdaging: als ik vind dat iets ECHT nodig heb, hoe kan ik dat dan voor elkaar krijgen zonder iets nieuws te kopen? Als een stiekum statement: ik ben echt niet alleen een consument. Als mijn eigen, heel kleine bijdrage aan het behoud van deze planeet. En vooral ook als een experiment: wat doet het (niet) kopen van dingen met me, daar was (en ben) ik erg nieuwsgierig naar.

Het was een spannend moment. Een groots moment, mag ik wel zeggen. Mijn hart bonkte, mijn handen trilden, mijn ogen schitterden boven mijn rode konen. Komend jaar had ik tenminste 1 Principe. Een interessant, dapper, maf Principe. Eén waarmee ik voor de dag kon komen en dat stof zou geven ter vulling van de conversatie-gaten op feesten en partijen. Ter boekstaving en ter verantwoording startte ik zelfs een blog. Toe maar, nog een nieuw en spannend Besluit.

En nu, na 56 dagen? Is mijn leven radicaal veranderd? Ben ik de hele dag bezig mijn creativiteit te gebruiken, ben ik inmiddels al een Beter Mens? Of ben ik juist een mens met problemen, stort het dagelijks leven in elkaar, vul ik het ene gat met het andere, en lopen ik en mijn gezin erbij als zwervers?

Ik moet zeggen, voorlopig niets van dat al. Dramatisch ondramatisch. Elke keer als ik op het punt sta water bij de wijn te doen blijkt op de vraag: 'Heb ik dit nou ècht nodig?', 'Nee' een heel bevredigend antwoord te zijn.

Nee, ik heb geen 'leuke nieuwe fietstas van Kitch Kitchen' (stond op mijn boodschappenlijstje voor in Nederland, echt waar! Hoe sneu kan je zijn...) nodig. Ik heb namelijk een ENORME bak voorop mijn fiets.
Nee we kopen niet weer een nieuwe tas voor mee naar school, de broodtrommel past best nog in die (al drie maanden...) oude tas.
Nee, ik heb voorlopig geen nieuwe kleren nodig, ik heb twee kasten vol waar ik toch elke keer dezelfde broek uit pluk.
Nee, ik koop geen cadeautje voor die kinderverjaardag, we knutselen wat en dat pakken we dan hèèl mooi in.

Ja, hij is twaalf jaar oud. De binnenkant is inmiddels net zo veranderd als de huid rond mijn ogen, maar hij lekt nog steeds niet. Wat is er eigenlijk gebeurd tussen mij en sentimentaliteit?

donderdag 4 oktober 2007

Ziek

Hij is zes en hij ligt op de bank. Ziek. Zielig. Koorts en rode konen, keelpijn. Het zou de eerste dag worden op zijn nieuwe school.

En het kan natuurlijk zijn dat hij wat heeft overgenomen van zijn broer. Die er net weer een beetje bovenop krabbelt, na drie dagen zo angstaanjagend raspend geademd te hebben dat zelfs ik het langzaamaan tijd vond worden om een dokter te raadplegen.

Maar ik weet zeker dat het de verandering is. De verandering van school die ik zo nodig vond. (Wij, zegt mijn lief, wìj vonden dat, samen. Maar 'wij' hebben alleen iets samen besloten als het een goed besluit blijkt te zijn, leg ik hem uit.)

Dit ding, dit moederschap, dat valt me zo verdomde zwaar af en toe.

Op mijn tong bijten: niet te vragen of hij verdrietig is, of of hij zijn vrienden zal missen, hem niet op te beuren, het niet lichter te kletsen dan het is. Om geen absolutie te vragen voor mijn eigen beslissing, en voor het verdriet dat dat hem bezorgt. Want dat is mijn pijn, mijn stuk, dat ik niet door een zesjarige kan laten helen. Dat niemand kan helen. Omdat ik volwassen ben en de consequenties van wat ik doe voor mezelf zijn.
En ik wil juist nu zo heel graag de hand van mijn moeder vasthouden, mijn moeder die alles ziet en alles weet, die zijn pijn kan wegkussen en die van mij erbij, en die me zegt dat alles altijd weer goed komt (maar die is tussen mijn achtste en mijn twaalfde stilletjes verdwenen. In haar plaats liet ze een vrouw achter die ik niet wilde kennen, één die het ook allemaal niet wist, één die ik de laatste jaren steeds beter begin te begrijpen).

Ik ben zo bang voor verwijten, van hem, later. Voor wat ik deed, of anders voor wat ik niet heb gedaan. En tegelijkertijd weet ik dat wat je je herinnert niet hoeft te zijn wat het was, dat je je misschien alleen de uitzonderlijke dingen herinnert en dat de dagelijksheid je ontschiet. Dat het het nu is dat hem vormt, het nu waarin ik hem vast moet houden zonder in mijn eigen pijn te zakken, waarin ik het hem zelf moet laten oplossen, het nu waarin ik alleen maar het stokje naast het stekje moet zijn.

Dit verschrikkelijke nu, een bundel zoeklicht, een zaklampje in het licht waarvan ik het juiste probeer te doen maar dat niets kan onthullen over hoe het uit zal pakken, of ik het goed zie, een kaarsje dat alleen mijn goede bedoelingen en mijn gevoel beschijnt.

En hem. Niet het kind dat ik zelf was. Of denk dat ik was, weet ik veel.
Ik hoop zo dat ik genoeg zicht heb om het ook niet zwaarder te maken dan het is, zodat ik met een somber hart een grapje kan maken en dan te zien dat hij helemaal niet zo sneu is, dat hij sterker is dan ik denk, of misschien zelfs wel dat het goed met hem gaat en dat we het juiste besloten hebben.

Mama, klinkt het van de bank, mama ik heb dorst. Kijk, daar kan ik wat mee. Sapje.

woensdag 3 oktober 2007

Nu



Toen ik terugkeek
naar de vele vele foto's
van toen hij pasgeboren was, in de armen van papa, van grijnzend in de kinderstoel, van toen hij drie werd (de taart! het feest!) en -de week ervoor nog- dat we samen gingen zwemmen, ik met mijn dikke buik en hij gillend van de lach op de glijbaan
toen voelde het vreemd, zo vreemd, andermans kind haast,
ben jij dit geweest?

Dus kochten we een videocamera.
Zodat zijn broer tenminste in motion zou worden vastgelegd
(lachend, spelend, ruziemakend)
Op alle filmpjes staat hetzelfde:
hoe hij naar de camera loopt om zichzelf te bekijken.

Pas bij mijn derde kind
warme lijfje knorrend tegen mijn borst, geur van zoete huid en lichtzure melk,
snap ik
eindelijk
wat ik echt wil bewaren
en de volslagen onmogelijkheid daarvan

en als je met een wandelstok loopt mama
dan zijn alle auto's anders
en kom je bij me eten op mijn woonboot

Yoga voor mensen met Ambitie en Wilskracht

1. (makkelijk) Ga op de grond zitten met de benen gestrekt. Doe je ogen dicht en breng je armen omhoog. Buig dan voorover, al strekkend, probeer je tenen te pakken (of wat maar vast te pakken valt). Breng nu op elke uitademing het hoofd dichter naar de knieen. Duw zo hard je kunt. Maak je flink kwaad. Werk harder. Pijn is fijn. Open je ogen en kijk hoe ver je bent gekomen. Ga rechtop zitten, zwel van trots.
2.(moeilijker) Ga op de grond zitten met de benen gestrekt. Doe je ogen dicht, strek je zo ver mogelijk uit omhoog. Buig dan voorover, al strekkend, probeer je tenen te pakken (of wat maar vast te pakken valt). Ontspan terwijl je diep blijft ademhalen. Ontspan. Ontspan. Open je ogen en kijk hoe(veel) ver(der) je bent gekomen (dan daarnet). Ga rechtop zitten, kijk bescheiden.
3.(voor de zeer, zeer ver gevorderden) Zie 2, maar zonder je ogen ook maar één keer open te doen en met een volslagen onverschilligheid voor het resultaat...

maandag 24 september 2007

Sloffen & principes

Het probleem: herfst, koude voeten, te kleine sloffen. Geen toestemming om te gaan winkelen.

Het morrend volk:
Het vernuftige plan:


Het proto-type (inderdaad, heel ander ontwerp. Soms moet je de wetenschappelijke methode loslaten en gewoon aan de slag gaan):

De toekomstige antislip-zolen (ja, jij daar! Probeer je maar niet te verstoppen!):

Het gereedgekomen produkt (Yessss!):


Herfst II




zaterdag 22 september 2007

Six and counting...

Het lukte me niet om passend boos te kijken - daar moest ik iemand anders voor inschakelen.

vrijdag 21 september 2007

Nachtvoeding

In het holst van de nacht duw ik twintig warme loden dekens van me af
en volg mijn slaperige hart naar de bron van het geluid

Gek genoeg ben ik blij je te zien

In dit warme nest liggen we buik aan buik
Ik help je zoeken in het donker
maar het is niet nodig, je kent de weg

Vaak zakken we zo naar onder,
voedster en kalf,
maar vannacht ben ik onrustig,
vastgeplakt, gefixeerd, ongedurig,
zitten dan, terwijl je driftig beweegt, nooit genoeg
-het is weer een vechtster, deze-

de droom gaat ondertussen nog even door
iets met mijn vader, en politiek, en vrouwen
iets heel belangrijks. Maar het lost voor mijn ogen op.

Stilte. Tot een gewelddadig geluid zich uit je lijfje scheurt.
Het valt je niet op, je zachte blik richt zich op mij. Wakker en zonder weerstand.

Weer alleen dan. Nee, toch niet.
Ik leg een hand op het grote warme lijf
filosofeer een beetje: zal ik dit missen?
wanhoop nog even wat: hoe laat? hoe vaak? hoe lang?
En het is alweer voorbij.

De volgende ochtend
een waterval van lachjes.
Te moe. Ik geef je aan je vader.

donderdag 20 september 2007

Au

Zó groot ben ik
ik zie het in je ogen
als ik niet oplet zit het zelfs van binnen

Zó groot ben je
Je moest eens weten wat ik zag
Zelfs lelijk ben je mooi

Het maakt me klein, nog kleiner, kleinst
jaloers

dat ik je niet eerder kende
dat er anderen zijn

Ik wil alles zijn
altijd
de enige
de mooiste
de grootste

Zodat je klein wordt, kleiner, kleinst.
Op mijn eigen hoogte
Lelijk

De Eekhoorn en de lelieën des velds...

Begrijp me goed, ik ben er dol op. Op textiel. Heel heel vroeger, toen ik nog winkels in mocht van mezelf, kon ik uren ronddwalen tussen de stoffen. Door mijn handen laten glijden, mee naar buiten voor de kleur, kijken hoe en welke kant op het rekt. Er zijn zoveel prachtige kleuren, patronen, texturen, soms kocht ik een lapje gewoon om er naar te kunnen kijken. Of omdat het zo'n mooie naam had: brokaat, satijn, zijde, fluweel, linnen, pied-de-poule, crepe chinoise...seersucker is eigenlijk het enige echt lelijke woord dat bij me opkomt.
Maar het lijkt wel of ik de laatste tijd bijna al mijn tijd besteed aan het heen- en weer slepen van textiel. Van over het algemeen ordinaire katoen. Van de kamers naar de was, van de was naar het rek, van het rek naar de kast, van de kast naar de bewaardozen en uit de bewaardozen in de kast. Beoordelen: is het versleten, te klein, te groot, te dun voor de tijd van het jaar, niet meer schoon te krijgen, kan ik het misschien later nog met een leuke zelfgemaakte applicatie weer in de circulatie brengen? Onder alle bedden en op zolder staan dozen vol kleren, en de kasten puilen uit. En daar scharrelt Ma Eekhoorn, die het allemaal niet meer zo overziet. Zodat het meer dan ééns is voorgekomen dat een kind uit kleren groeit die het nog nooit heeft aangehad, ondertussen wel heel sneu gekleed in te korte broeken en truitjes met mouwen tot de elleboog.

Aan de andere kant heb ik een enorme behoefte aan eenvoud en essentie. Rieten matten op de vloer, een lage tafel, een paar kussens, en verder lege ruimte. In de kledingkasten alleen het hoogst noodzakelijke (en dat is niet veel...zie hier!). Ik begin zelfs langzaam te wennen aan het idee dat uitbreiding van mijn boekenverzameling vanaf nu alleen zal geschieden door het langer worden van het rijtje ter rechterzijde van deze blog.
Hoe rustiger het wordt in mijn hoofd (en dat gaat best goed de laatste tijd), des te sterker dat gevoel wordt. En dan valt er op een dag een plastic zak op de mat: veel dank voor je oude kleren, zet ze maar langs de kant van de weg. Een Kans!

Maar ja. In het kader van dit Jaar van Genoeg is het wel heel handig om van alles bewaard te hebben. Zodat ik bijvoorbeeld lakens waar geen bed meer bij hoort passend kan maken voor bedden die geen lakens hebben. Waarin overigens kleine bedplassertjes slapen, dus je kunt je de noodzaak van die actie wel voorstellen. Of zodat ik van die lang-vergeten stapel wol een trui kan maken, voordat die stapel ook ten prooi valt aan de motten die na onze bank nu aan mijn wollen truien zijn begonnen (en die ik alleen met veel moeite kan doodslaan, omdat niet zij maar hun larven de schade veroorzaken).

En dus, zoals dat wel vaker gaat, staat het ene ideaal weer eens haaks op het andere. En dreig ik -als de ezel die niet kan kiezen- geplet te wordend door wiebelende stapels grauwe T-shirts en andere lompen.

dinsdag 18 september 2007

De herfst in mijn hoofd

Ik sta pompoensoep te maken en realiseer me dat van alle seizoenen ik het meest houd van de herfst. Of heb ik dat bij elk seizoen? Van de zomer me helemaal zat gegeten aan frambozen, aardbeien en kersen, in de lente (voor het eerst een tuin!) bij elk opkomend plantje gezeten met een kopje koffie in de hand, me steeds weer laten verrassen door te vergeten wat ik ook weer gezaaid had. Heeft trouwens nog aardig wat onkruid opgeleverd want met zulk tuinbeleid is het lastig wieden... Alleen de winter, daar moet ik altijd even inkomen geloof ik, vooral nu het al jaren niet meer echt gesneeuwd heeft.

Hoe dan ook, herfst. Er zat een late hommel op het struikje herfstasters achter het huis. In de zomer zijn het er zo veel, daarom viel me ineens op dat deze nog maar in zijn eentje was. Ook de wespen heb ik al even niet gezien, en nou moet ik denken aan de prachtige nesten die ze nu vast aan het maken zijn, rond- en rondgaande gangen van heel dun papier, verstopt in een hoekje. Ga gauw kijken in ons schuurtje want hoe mooi ook, ze mogen niet blijven!

En het is ook zo heerlijk om weer een herfsttafeltje te maken met alle schatten die je nu zomaar op het fietspad vindt. Met Noa bezig om vruchten en herfstbladeren bij elkaar te zoeken. En de naam erbij vinden natuurlijk, dat is nog het moeilijkst. Kastanjes, beukenoten, esdoornhelikopters (ook heel erg in trek als speelgoed), iepebolletjes, en vruchten van de plataan. Vroeg me al lang af van welke boom die gekke bollen nou kwamen maar sinds ik een Brits meisje die de 'pompom tree ' hoorde noemen vergeet ik dat dus nooit meer.

En dan de kaarsen weer neerzetten, die mogen straks weer aan, ben benieuwd of Tycho er al aan toe is er ook één aan te steken, en de warme kleren voor de kinderen uitzoeken, wat past ze nog, wat hebben we nodig (daarover een andere keer meer, dat wordt nog een probleem op zich). O en de frustraties en het zelfverwijt over knutsel ik wel genoeg met ze, en schilderen, en tekenen enzo, die kunnen ook de deur uit want hoe kon ik dat nou vergeten, daar wordt het nu pas echt weer weer voor...

En alsof het zo moest zijn, vanochtend via de post van een lieve vriendin ook nog een prachtig boek gekregen met platen voor alle seizoenen...

zaterdag 15 september 2007

Don't just do something, sit there!

Zitten met de baby, aan de borst. Zitten naast de zandbak met de peuter, zand scheppen in het molentje. En zitten naast de zesjarige, luisteren naar de fantasieverhalen die maar door en door gaan...
En vandaag is de baby snipverkouden. Waar ze doorgaans het ongemak van het lijf stoicijns verdraagt, nu is ze woedend. De harde werkelijkheid steekt ineens zo schril af tegen de herinnering aan het warme baarmoedernest, dat ze vooral heel vaak getroost moet worden.
En ik, ik ben de godin die dat mag doen. Alleen al als ik de kamer binnenkom verstomt het gehuil. Als ik haar optil wordt ze rustig.
Al mijn kleren lijken te strak te zitten. Ik durf nergens aan te beginnen uit angst onderbroken te worden. En heel, heel af en toe zit ik met haar, en ben volledig verzoend met mijn lot. Wie zei er ook al weer dat je met elk kind erbij een beetje meer Zen wordt?

vrijdag 7 september 2007

Zwarte zwanen, witte zwanen

Vanochtend waren de zwarte en de witte zwaan in Gunnersbury Park samen aan het...ik weet het eigenlijk niet, grondelen ofzo? Het zag er in elk geval uit als meer dan allebei tegelijk eten zoeken op toevallig dezelfde plek.

Toen ik in de lente steeds maar één witte zwaan zag nam ik voetstoots aan dat de tweede zat te broeden. Of ze deden 't om en om, ik zal niet pretenderen dat ik ze nou zo goed uit elkaar kon houden. Ik verheugde me al een beetje op de jonge zwaantjes. Maar het duurde maar en duurde maar. En toen ik van de week voor het eerst sinds maanden weer langs de vijver fietste had ik ineens heel erg te doen met die -begreep ik nu- eenzame witte. Nog meer dan al die tijd met die ene zwarte.

En de zon scheen dus ook nog, vanmorgen. Het wordt een mooie nazomer, ik voel het!

donderdag 6 september 2007

Junkie

Shit. Het is net roken. Had ik ineens een pakje Camel gekocht. En opengemaakt. En pas na de eerste hijs kwam mijn verstand de kamer binnen: niemand mij wat gevraagd? Nee dus. (even voor de duidelijkheid: dat was dus VROEGER. En misschien ook wel weer later, maar die moet maar even voor zichzelf zorgen).

Het gebeurde bij de Groene Winkel. Waar ik trouwens al een paar weken geleden, in de vaart van het boodschappen doen, ook een jute tas kocht, om wat kado's in te verpakken. En die ik na een kwartier zielzoeken besmuikt weer terugbracht. Want een jute tas, die kun je niet eten. En dan telt het, nietwaar? En er zijn echt heel veel alternatieven voor een tas-om-kadootjes-in-te -stoppen, dat weet een kind. Maar in de supermarktmodus ben ik dus kwetsbaar, blijkt. Getuige bovenstaand invet-kwastje. En twee zelfmaakbladen. Stonden naast de Viva's en de Weekends, en iedereen weet dat DAT wergwerpartikelen zijn. Dus. En het ergste is dat ik het best wel doorhad. Net als met die sigaretten toen. Stiekemerd! Maar, zoals Swami Sivananda zegt (zoals ze bij het Yoga-centrum zeggen, met zo'n kalme glimlach, gelijkmoedige eikels dat het zijn): "Getting a little bit better every day". Dat hopen we dan maar.

Om het bingen (is daar eigenlijk ook een Nederlands woord voor?) te completeren heb ik dezelfde dag via internet drie (nieuwe, want tweedehands niet zo en vogue) glazen flessen-voor-de-baby besteld. Maar dáár had ik dan weer een keihard excuus voor.

Koken op de automatische piloot...

...oeps! Luchtzakken!

dinsdag 4 september 2007

Meta-bloggen

Na de efficient verlopen en zeer waarschijnlijk voor-vannacht-enige-voeding tevreden weer terug in bed. De baby dan. Want ik kon niet meer slapen. Ideeën voor de blog in m'n hoofd. Ideeën voor een artikel ook. Een artikel dat gezien alles dat erin moest komen meer een essay werd, of nee- misschien wel een heel boek. Kortom: een vol, vol, veel te vol hoofd.

En nu, uren later, waarin de nachtelijke stilte overgegaan is in LUIDE kinderstemmen, NOG LUIDERE grotemensenstemmen, open-en dichtslaande deuren, babygehuil, tevreden gesabbel, omvallende glazen, weer HEEL LUIDE grotemensenstemmen, de diepe rust van het middagslaapje (waarvoor overigens dank, O Godin van de Moeders van Jonge Kinderen). Eindelijk. Schrijven.

Schrappen. Meer schrijven. Alles weggooien. Computer uit. Computer weer aan. Ander onderwerp. Zelfde verhaal. Onderwerpen op.

Ik constateer een patroon hier, geloof ik. Meer een syndroom, eigenlijk. En ik ben aanbeland bij het (jawel) Moment van de Waarheid. Het Billen-Bloot Moment. Geïmponeerd

....gehuil, voeden, knuffelen....stilte

sorry, geïmponeerd dus door de prachtige, prachtig geformuleerde en van nog prachtiger visuals voorziene posts van een lieve vriendin en aanpalende blogs ben ik ineens heel erg benauwd om in dit donkere, stille hoekje van het Net mijn ding te doen.
En stil is het, want nergens op de kaart te vinden. En het Ding is trouwens toch maar een heel rommelig Ding. Overal losse eindjes, tweedehands knoopjes, alledaags stofje ook, hier en daar nogal versleten, kortom niet echt een Ding om het licht voor aan te doen, of voor om te lopen. En zeker niet een Ding om nou eens uitgebreid te laten zien aan vrienden en bekenden.

Maar toch, hoe langer ik naar het wanstaltige Ding kijk, hier in het donker, hoe meer ik erop gesteld raak. Het zet me in beweging. Het dwingt me om me heen te kijken, goed om me heen te kijken, op plekken waar ik normaal niet zo vaak kom maar ook op hele bekende en zelfs een beetje saaie plekken. Het brengt me op ideeën en het piept een beetje als ik ze weer vergeet.

Dus als ik het Ding nou eens een beetje vriendelijk ging behandelen, hier een beetje zus en daar een beetje zo, en dan met een snuifje van dit en wat minder van dat, dan wordt het misschien toch nog wel een Ding om van te houden, een Ding dat bij kaarslicht misschien niet eens zo heel lelijk is. En dan kan ik het op een dag -stel je voor!- heeeel voorzichtig voorstellen. Uitsluitend aan Lieve Personen. Misschien hoor.

donderdag 16 augustus 2007

Hades



Een aanrader waar niemand meer wat aan heeft...de expositie loopt over 3 dagen af. Maar toch.

Stel je voor: een witte ruimte waarin je niet verder kunt zien dan een halve meter, waarin het helder licht is maar je geen idee hebt waar dat vandaan komt en waar je vele mensen kunt horen maar ze niet kunt zien.

Het effect is verbijsterend. Op een halve meter van de ingang verdween die, de grenzen van de kamer vervaagden en de dimensies ervan kon ik niet meer inschatten. Alles voelde onwerkelijk en ver weg aan, alsof ik ter plekke in een droom gestapt was. Ik hoorde mensen praten en lachen maar kon ze niet zien, een feestje waarbij ik aan de deur stond te luisteren maar niet naar binnen mocht. Af en toe doemde er ineens iemand op, zo plotseling en zo dichtbij dat we allebei terugdeinsden. Geen opluchting maar een ongewenste ontmoeting. Op de grens van het leven met nog een besef van wat er geweest is, maar geen enkele mogelijkheid om contact te leggen.

Zelden was de pub zo warm en vol met leven.

dinsdag 14 augustus 2007

Genoeg

Onze pasgeborene is vandaag op de kop af zes weken oud. En heeft alle aanspraak op die titel zojuist verspeeld, door heel vaak en vooral ook heel bewust te lachen. Het hele spectrum van aarzelende glimlachjes, vanuit één dan wel twee mondhoeken, via tevreden grijnsjes naar een enorme breedbekkige lach.

De laatste aankoop om haar komst te vieren is deze prachtige, felrode, extra-lange, tweedehandse-maar-nauwelijks-gebruikte, Amsterdamse bakfiets.
Mèt bevestigingsmogelijkheid voor een maxi-cosi. Tijdens het premièretochtje, waarvan we beladen met bakkenvol rijpe vroege bramen uit een nieuw-ontdekt park terugkeerden, was Tycho in de zevende hemel. Noa filosofeerde nog een aantal uren door rond het thema uit- dan wel toelachen: er waren maar heel weinig buurtgenoten die de neiging konden bedwingen commentaar te leveren op dit voor Londen wel zeer ongebruikelijke vervoermiddel. En ik zat als een prinses op het zadel, uitwendig blasé maar stilletjes heel erg genietend van al deze aandacht.
De rechtvaardiging van deze uitgave: dat ik dan ook met drie kinderen Noa nog steeds fietsend naar school kan brengen, wat conditie en milieu natuurlijk alleen maar ten goede kunnen komen.
Vóór we besloten tot aanschaf van deze bakfiets kocht ik om uiteenlopende redenen en onder veel andere:
  • een dubbele kinderwagen (tweedehands)
  • een inbakerdoek (nieuw, lijkt teleurstellend veel op een vierkante doek )
  • een kledingkast voor Tycho (nieuw. En hoewel, zoals Erik-Jan stelde, al Noa's favoriete kleren op 1 klein plankje passen zodat er in diens kast vast wel wat ruimte te vinden was)
  • een boekenkastje voor de kinders (nieuw)
  • heel erg veel nieuwe en in een wellustige marktplaats.nl sessie flink wat tweedehandse zwangerschapskleding (voornamelijk miskopen)
  • twee paar nieuwe teenslippers voor als ik in de zwangerschap hele dikke voeten zou krijgen (not)
  • een tennisracket
  • een paar heel dure potjes nachtegaalpoep voor bestrijden en voorkomen van de rimpels die met het verdwijnen van het zwangerschapsvet ongetwijfeld tevoorschijn zullen gaan komen.
O ja, en een paar boeken waarvan het hoofdthema grofweg samen te vatten is met “Wees blij met wat je hebt”. Wat een mens toch aan het denken zou moeten zetten.

En vandaag, zittend op de bank met Mette die zo aan haar lachjes te zien instemde met mijn gedachtegang, viel dus eindelijk het besluit. Genoeg. Genoeg nuttige en nodeloze, dure en goedkope, nieuwe en tweedehandse spullen dit huis in gezeuld. Genoeg tijd bezig geweest met lijstjes maken en winkels aflopen. Genoeg tijd besteed aan dingen terugbrengen omdat ik eenmaal thuis het toch ook wel een overdreven aankoop vond. Genoeg keren mijn pasje door allerhande sleuven gehaald zodat-ie inmiddels doorzichtig was geweest als ik dat niet vóór was door hem regelmatig kwijt te raken.

Het komende jaar koop ik niets. Behalve als ik, van tevoren, op deze weblog, uit kan leggen waarom ik iets zo dringend nodig heb dat ik het niet kan improviseren, zelf kan maken, of dan tenminste tweedehands kan aanschaffen. En als ik het daarna dan ook nog aannemelijk kan maken bij Erik-Jan, die volgens hemzelf trouwens helemaal geen moeite zou hebben met dit voornemen. Een verklaring die ik helaas alleen maar kan geloven.