O, wat kan ik af en toe de plank toch mis slaan! Al twee weken piepte Noa er op los, tien minuten per dag, uit het kromme mondstuk van zijn dwarsfluit. Het zag eruit alsof hij met zijn lippen probeerde een wijsje te fluiten, in plaats van met zijn fluit. Dus ik pakte het normale mondstuk, probeerde wat, en maakte een opmerking over hoe je volgens mij je lippen moest houden voor een mooie toon.
'JIJ WEET ER HELEMAAL NIKS VAN MAMA!!!!'
Ehh...dat is waar. Maar ik bedoelde het zo goed! Mijn gekwetstheid wist ik net voor het echte boosheid werd in te tomen, en ik trok me wijselijk even terug.
O, was ik maar zo groot en dapper als mijn kind: nog geen vijf minuten later stond hij voor me. Met de beide mondstukken, een norse uitdrukking op zijn gezicht en een vraag vermomd als bevel: "Nou laat maar eens zien dan!".
En toen ik een goede toon liet horen, kwamen natuurlijk alsnog de tranen. En ik kon mezelf wel wat doen, dat ik dat niet meteen had gezien, al die frustratie, en dat ik uberhaupt met mijn lompe tengels aan die fluit had durven komen...Het enige dat ik nu nog kon doen was hem stevig vasthouden, en beloven dat hij als hij zo hard bleef oefenen als hij nu deed, hij nog voor de Kerst een mooi wijsje kon fluiten.
Wist ik veel dat hij de dag erna apetrots van les thuis zou komen met een mooie diepe A. En een even mooie diepe B.
En daarom aten we vrijdag dus van de nieuwe Feest-placemats. Niet vanwege A, niet vanwege B, maar omdat het zo'n dapper jong is dat ook met een brok in zijn keel gewoon door bleef oefenen.
'JIJ WEET ER HELEMAAL NIKS VAN MAMA!!!!'
Ehh...dat is waar. Maar ik bedoelde het zo goed! Mijn gekwetstheid wist ik net voor het echte boosheid werd in te tomen, en ik trok me wijselijk even terug.
O, was ik maar zo groot en dapper als mijn kind: nog geen vijf minuten later stond hij voor me. Met de beide mondstukken, een norse uitdrukking op zijn gezicht en een vraag vermomd als bevel: "Nou laat maar eens zien dan!".
En toen ik een goede toon liet horen, kwamen natuurlijk alsnog de tranen. En ik kon mezelf wel wat doen, dat ik dat niet meteen had gezien, al die frustratie, en dat ik uberhaupt met mijn lompe tengels aan die fluit had durven komen...Het enige dat ik nu nog kon doen was hem stevig vasthouden, en beloven dat hij als hij zo hard bleef oefenen als hij nu deed, hij nog voor de Kerst een mooi wijsje kon fluiten.
Wist ik veel dat hij de dag erna apetrots van les thuis zou komen met een mooie diepe A. En een even mooie diepe B.
En daarom aten we vrijdag dus van de nieuwe Feest-placemats. Niet vanwege A, niet vanwege B, maar omdat het zo'n dapper jong is dat ook met een brok in zijn keel gewoon door bleef oefenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten