vrijdag 28 maart 2008

Dit is je leven

Zo ontzettend moe. Zo ONTZETTEND moe. Dus toog ik naar de dokter. Misschien een gevaarlijke insteek voor een vroedvrouw, maar over het algemeen geloof ik niet zo in dokters. O, behalve als ik m'n arm breek. Hoewel ze me toen overigens alleen paracetamol voorschreven. En bij buitenbaarmoederlijke zwangerschappen. Maar ook dat was misschien wel vanzelf overgegaan. Dus in het algemeen, nee, ik geloof niet zo in dokters. Wel heilig in gezond eten, op tijd naar bed en lieve leuke mensen om je heen trouwens. En in acupunctuur enzo, waarvan de beoefenaars in elk geval een uurtje de tijd nemen om je te leren kennen en ik me niet een auto op de werkbank voel.

Alleen, deze moeheid, dat moest wel iets ergs zijn. Zelf dacht ik aan eierstokkanker. De silent killer of women, zoals dat zo mooi heet. Je weet van niks en toch ga je ondertussen stiekem dood. Hmm. Nu ik dat zo opschrijf: dat geldt misschien wel voor iedereen. Hoe dan ook, de gedachte wilde me opeens niet meer loslaten. En ik jokte maar een heel klein beetje toen ik zei dat mijn moeder het ook had gehad, nog voor haar vijftigste. Klein woordje toch, stief?

De huisarts hoefde niet eens de rest van mijn zorgvuldig voorbereide praatje aan te horen, ik kreeg gelijk een briefje mee voor de bloedprikkers. Met ook nog wat andere testjes. Waarna ik met dat briefje twee maanden heb rondgelopen. Want ja, moe he?

Naar aanleiding van de uitslag werd ik gebeld: niks mis met mijn eierstokjes. Maar ik moest wel aan de tabletten. Schildklierhormoon bijslikken. Voor de rest van mijn leven? Ja, ze dacht van wel.

Voor de leek: schildklierhormoon (T4) houdt je stofwisseling op gang. Een tekort eraan maakt dat je lethargisch, vadsig en kouwelijk wordt. Je hersenen maken een stofje aan, TSH, dat je schildklier vertelt dat-ie T4 moet maken. Heb je eenmaal genoeg van die T4, dan weet je brein dat 't even genoeg is, en maakt die wat minder TSH zodat je niet teveel T4 maakt.

Nou had ik maar een heel klein beetje te weinig T4, maar wel heel veel TSH. Conclusie: ik was nog niet echt lethargisch, vadsig en kouwelijk, maar ik moest daar wel heel hard voor werken.

Boem.

Dit is dus mijn leven, dacht ik. Drie kinderen, dertig uur werken, duizend wensen. Dit is nou precies hoe het voelt. Opstaan: een major achievement, als je 's nachts drie keer wakker bent gemaakt. Een gezonde maaltijd op tafel, een titanenklus, als er twee personen elkaar ondertussen naar het leven staan en de derde maar heel weinig begrip kan opbrengen voor urgentere zaken dan haar eigen lege maag. Werken, fantastisch, tot ik na twaalfeneenhalf uur ervan thuis kom en ontdek dat ik zoveel energie en liefde gestoken heb in een vreemde dat mijn meditatiekussentje moet wachten tot morgen en mijn yogamatje het so wie so wel kan vergeten. Maar met flink wat wilskracht kom ik overal doorheen en het is thuis nog gezellig ook. En in de schaarse momenten dat er niets acuut om mijn aandacht vraagt, heb ik zowaar nog tijd om te bellen, te bloggen en wat over boeddhisme te lezen.

Maar ben ik daar tevreden mee? Vergeet het maar. Ik wil elke dag yoga doen, acupunctuur studeren, meer, veel meer vakliteratuur lezen, pianospelen, op Vipassana-retreat (niet een keertje natuurlijk, maar jaarlijks, tien dagen lang), een maand lang op Yoga Teachers Training Course. Om maar niet te spreken van nieuwe mensen leren kennen, een volkstuin, tekenen, een boek schrijven. Willen, willen, willen.

Nou is tekort aan schildklierhormoon een bekende aandoening na een bevalling, trouwens. Zelf geef ik, als vrouwen erg moe en somber zijn, het advies om de schildklier eens na te laten kijken. Maar kan het zijn dat ik het helemaal mis heb? Dat arme lijf, dat almaar voort moet. Volgens traditionele oosterse geneeswijzen kost een bevalling de vrouw heel veel energie en is daar niet veel meer aan te doen dan de tijd nemen om te herstellen en wat ondersteunende therapie.

Ik heb mijn wensen voor het een en ander voorlopig maar eens in de ijskast gezet en een afspraakje gemaakt met een lieve masseur. En ik heb bedacht: wat ik ook doe op een dag, het is prima.
Volgens mij komt het wel goed met mij, ook zonder tabletjes. Of niet. We zullen zien.

Geen opmerkingen: