maandag 24 september 2007

Sloffen & principes

Het probleem: herfst, koude voeten, te kleine sloffen. Geen toestemming om te gaan winkelen.

Het morrend volk:
Het vernuftige plan:


Het proto-type (inderdaad, heel ander ontwerp. Soms moet je de wetenschappelijke methode loslaten en gewoon aan de slag gaan):

De toekomstige antislip-zolen (ja, jij daar! Probeer je maar niet te verstoppen!):

Het gereedgekomen produkt (Yessss!):


Herfst II




zaterdag 22 september 2007

Six and counting...

Het lukte me niet om passend boos te kijken - daar moest ik iemand anders voor inschakelen.

vrijdag 21 september 2007

Nachtvoeding

In het holst van de nacht duw ik twintig warme loden dekens van me af
en volg mijn slaperige hart naar de bron van het geluid

Gek genoeg ben ik blij je te zien

In dit warme nest liggen we buik aan buik
Ik help je zoeken in het donker
maar het is niet nodig, je kent de weg

Vaak zakken we zo naar onder,
voedster en kalf,
maar vannacht ben ik onrustig,
vastgeplakt, gefixeerd, ongedurig,
zitten dan, terwijl je driftig beweegt, nooit genoeg
-het is weer een vechtster, deze-

de droom gaat ondertussen nog even door
iets met mijn vader, en politiek, en vrouwen
iets heel belangrijks. Maar het lost voor mijn ogen op.

Stilte. Tot een gewelddadig geluid zich uit je lijfje scheurt.
Het valt je niet op, je zachte blik richt zich op mij. Wakker en zonder weerstand.

Weer alleen dan. Nee, toch niet.
Ik leg een hand op het grote warme lijf
filosofeer een beetje: zal ik dit missen?
wanhoop nog even wat: hoe laat? hoe vaak? hoe lang?
En het is alweer voorbij.

De volgende ochtend
een waterval van lachjes.
Te moe. Ik geef je aan je vader.

donderdag 20 september 2007

Au

Zó groot ben ik
ik zie het in je ogen
als ik niet oplet zit het zelfs van binnen

Zó groot ben je
Je moest eens weten wat ik zag
Zelfs lelijk ben je mooi

Het maakt me klein, nog kleiner, kleinst
jaloers

dat ik je niet eerder kende
dat er anderen zijn

Ik wil alles zijn
altijd
de enige
de mooiste
de grootste

Zodat je klein wordt, kleiner, kleinst.
Op mijn eigen hoogte
Lelijk

De Eekhoorn en de lelieën des velds...

Begrijp me goed, ik ben er dol op. Op textiel. Heel heel vroeger, toen ik nog winkels in mocht van mezelf, kon ik uren ronddwalen tussen de stoffen. Door mijn handen laten glijden, mee naar buiten voor de kleur, kijken hoe en welke kant op het rekt. Er zijn zoveel prachtige kleuren, patronen, texturen, soms kocht ik een lapje gewoon om er naar te kunnen kijken. Of omdat het zo'n mooie naam had: brokaat, satijn, zijde, fluweel, linnen, pied-de-poule, crepe chinoise...seersucker is eigenlijk het enige echt lelijke woord dat bij me opkomt.
Maar het lijkt wel of ik de laatste tijd bijna al mijn tijd besteed aan het heen- en weer slepen van textiel. Van over het algemeen ordinaire katoen. Van de kamers naar de was, van de was naar het rek, van het rek naar de kast, van de kast naar de bewaardozen en uit de bewaardozen in de kast. Beoordelen: is het versleten, te klein, te groot, te dun voor de tijd van het jaar, niet meer schoon te krijgen, kan ik het misschien later nog met een leuke zelfgemaakte applicatie weer in de circulatie brengen? Onder alle bedden en op zolder staan dozen vol kleren, en de kasten puilen uit. En daar scharrelt Ma Eekhoorn, die het allemaal niet meer zo overziet. Zodat het meer dan ééns is voorgekomen dat een kind uit kleren groeit die het nog nooit heeft aangehad, ondertussen wel heel sneu gekleed in te korte broeken en truitjes met mouwen tot de elleboog.

Aan de andere kant heb ik een enorme behoefte aan eenvoud en essentie. Rieten matten op de vloer, een lage tafel, een paar kussens, en verder lege ruimte. In de kledingkasten alleen het hoogst noodzakelijke (en dat is niet veel...zie hier!). Ik begin zelfs langzaam te wennen aan het idee dat uitbreiding van mijn boekenverzameling vanaf nu alleen zal geschieden door het langer worden van het rijtje ter rechterzijde van deze blog.
Hoe rustiger het wordt in mijn hoofd (en dat gaat best goed de laatste tijd), des te sterker dat gevoel wordt. En dan valt er op een dag een plastic zak op de mat: veel dank voor je oude kleren, zet ze maar langs de kant van de weg. Een Kans!

Maar ja. In het kader van dit Jaar van Genoeg is het wel heel handig om van alles bewaard te hebben. Zodat ik bijvoorbeeld lakens waar geen bed meer bij hoort passend kan maken voor bedden die geen lakens hebben. Waarin overigens kleine bedplassertjes slapen, dus je kunt je de noodzaak van die actie wel voorstellen. Of zodat ik van die lang-vergeten stapel wol een trui kan maken, voordat die stapel ook ten prooi valt aan de motten die na onze bank nu aan mijn wollen truien zijn begonnen (en die ik alleen met veel moeite kan doodslaan, omdat niet zij maar hun larven de schade veroorzaken).

En dus, zoals dat wel vaker gaat, staat het ene ideaal weer eens haaks op het andere. En dreig ik -als de ezel die niet kan kiezen- geplet te wordend door wiebelende stapels grauwe T-shirts en andere lompen.

dinsdag 18 september 2007

De herfst in mijn hoofd

Ik sta pompoensoep te maken en realiseer me dat van alle seizoenen ik het meest houd van de herfst. Of heb ik dat bij elk seizoen? Van de zomer me helemaal zat gegeten aan frambozen, aardbeien en kersen, in de lente (voor het eerst een tuin!) bij elk opkomend plantje gezeten met een kopje koffie in de hand, me steeds weer laten verrassen door te vergeten wat ik ook weer gezaaid had. Heeft trouwens nog aardig wat onkruid opgeleverd want met zulk tuinbeleid is het lastig wieden... Alleen de winter, daar moet ik altijd even inkomen geloof ik, vooral nu het al jaren niet meer echt gesneeuwd heeft.

Hoe dan ook, herfst. Er zat een late hommel op het struikje herfstasters achter het huis. In de zomer zijn het er zo veel, daarom viel me ineens op dat deze nog maar in zijn eentje was. Ook de wespen heb ik al even niet gezien, en nou moet ik denken aan de prachtige nesten die ze nu vast aan het maken zijn, rond- en rondgaande gangen van heel dun papier, verstopt in een hoekje. Ga gauw kijken in ons schuurtje want hoe mooi ook, ze mogen niet blijven!

En het is ook zo heerlijk om weer een herfsttafeltje te maken met alle schatten die je nu zomaar op het fietspad vindt. Met Noa bezig om vruchten en herfstbladeren bij elkaar te zoeken. En de naam erbij vinden natuurlijk, dat is nog het moeilijkst. Kastanjes, beukenoten, esdoornhelikopters (ook heel erg in trek als speelgoed), iepebolletjes, en vruchten van de plataan. Vroeg me al lang af van welke boom die gekke bollen nou kwamen maar sinds ik een Brits meisje die de 'pompom tree ' hoorde noemen vergeet ik dat dus nooit meer.

En dan de kaarsen weer neerzetten, die mogen straks weer aan, ben benieuwd of Tycho er al aan toe is er ook één aan te steken, en de warme kleren voor de kinderen uitzoeken, wat past ze nog, wat hebben we nodig (daarover een andere keer meer, dat wordt nog een probleem op zich). O en de frustraties en het zelfverwijt over knutsel ik wel genoeg met ze, en schilderen, en tekenen enzo, die kunnen ook de deur uit want hoe kon ik dat nou vergeten, daar wordt het nu pas echt weer weer voor...

En alsof het zo moest zijn, vanochtend via de post van een lieve vriendin ook nog een prachtig boek gekregen met platen voor alle seizoenen...

zaterdag 15 september 2007

Don't just do something, sit there!

Zitten met de baby, aan de borst. Zitten naast de zandbak met de peuter, zand scheppen in het molentje. En zitten naast de zesjarige, luisteren naar de fantasieverhalen die maar door en door gaan...
En vandaag is de baby snipverkouden. Waar ze doorgaans het ongemak van het lijf stoicijns verdraagt, nu is ze woedend. De harde werkelijkheid steekt ineens zo schril af tegen de herinnering aan het warme baarmoedernest, dat ze vooral heel vaak getroost moet worden.
En ik, ik ben de godin die dat mag doen. Alleen al als ik de kamer binnenkom verstomt het gehuil. Als ik haar optil wordt ze rustig.
Al mijn kleren lijken te strak te zitten. Ik durf nergens aan te beginnen uit angst onderbroken te worden. En heel, heel af en toe zit ik met haar, en ben volledig verzoend met mijn lot. Wie zei er ook al weer dat je met elk kind erbij een beetje meer Zen wordt?

vrijdag 7 september 2007

Zwarte zwanen, witte zwanen

Vanochtend waren de zwarte en de witte zwaan in Gunnersbury Park samen aan het...ik weet het eigenlijk niet, grondelen ofzo? Het zag er in elk geval uit als meer dan allebei tegelijk eten zoeken op toevallig dezelfde plek.

Toen ik in de lente steeds maar één witte zwaan zag nam ik voetstoots aan dat de tweede zat te broeden. Of ze deden 't om en om, ik zal niet pretenderen dat ik ze nou zo goed uit elkaar kon houden. Ik verheugde me al een beetje op de jonge zwaantjes. Maar het duurde maar en duurde maar. En toen ik van de week voor het eerst sinds maanden weer langs de vijver fietste had ik ineens heel erg te doen met die -begreep ik nu- eenzame witte. Nog meer dan al die tijd met die ene zwarte.

En de zon scheen dus ook nog, vanmorgen. Het wordt een mooie nazomer, ik voel het!

donderdag 6 september 2007

Junkie

Shit. Het is net roken. Had ik ineens een pakje Camel gekocht. En opengemaakt. En pas na de eerste hijs kwam mijn verstand de kamer binnen: niemand mij wat gevraagd? Nee dus. (even voor de duidelijkheid: dat was dus VROEGER. En misschien ook wel weer later, maar die moet maar even voor zichzelf zorgen).

Het gebeurde bij de Groene Winkel. Waar ik trouwens al een paar weken geleden, in de vaart van het boodschappen doen, ook een jute tas kocht, om wat kado's in te verpakken. En die ik na een kwartier zielzoeken besmuikt weer terugbracht. Want een jute tas, die kun je niet eten. En dan telt het, nietwaar? En er zijn echt heel veel alternatieven voor een tas-om-kadootjes-in-te -stoppen, dat weet een kind. Maar in de supermarktmodus ben ik dus kwetsbaar, blijkt. Getuige bovenstaand invet-kwastje. En twee zelfmaakbladen. Stonden naast de Viva's en de Weekends, en iedereen weet dat DAT wergwerpartikelen zijn. Dus. En het ergste is dat ik het best wel doorhad. Net als met die sigaretten toen. Stiekemerd! Maar, zoals Swami Sivananda zegt (zoals ze bij het Yoga-centrum zeggen, met zo'n kalme glimlach, gelijkmoedige eikels dat het zijn): "Getting a little bit better every day". Dat hopen we dan maar.

Om het bingen (is daar eigenlijk ook een Nederlands woord voor?) te completeren heb ik dezelfde dag via internet drie (nieuwe, want tweedehands niet zo en vogue) glazen flessen-voor-de-baby besteld. Maar dáár had ik dan weer een keihard excuus voor.

Koken op de automatische piloot...

...oeps! Luchtzakken!

dinsdag 4 september 2007

Meta-bloggen

Na de efficient verlopen en zeer waarschijnlijk voor-vannacht-enige-voeding tevreden weer terug in bed. De baby dan. Want ik kon niet meer slapen. Ideeën voor de blog in m'n hoofd. Ideeën voor een artikel ook. Een artikel dat gezien alles dat erin moest komen meer een essay werd, of nee- misschien wel een heel boek. Kortom: een vol, vol, veel te vol hoofd.

En nu, uren later, waarin de nachtelijke stilte overgegaan is in LUIDE kinderstemmen, NOG LUIDERE grotemensenstemmen, open-en dichtslaande deuren, babygehuil, tevreden gesabbel, omvallende glazen, weer HEEL LUIDE grotemensenstemmen, de diepe rust van het middagslaapje (waarvoor overigens dank, O Godin van de Moeders van Jonge Kinderen). Eindelijk. Schrijven.

Schrappen. Meer schrijven. Alles weggooien. Computer uit. Computer weer aan. Ander onderwerp. Zelfde verhaal. Onderwerpen op.

Ik constateer een patroon hier, geloof ik. Meer een syndroom, eigenlijk. En ik ben aanbeland bij het (jawel) Moment van de Waarheid. Het Billen-Bloot Moment. Geïmponeerd

....gehuil, voeden, knuffelen....stilte

sorry, geïmponeerd dus door de prachtige, prachtig geformuleerde en van nog prachtiger visuals voorziene posts van een lieve vriendin en aanpalende blogs ben ik ineens heel erg benauwd om in dit donkere, stille hoekje van het Net mijn ding te doen.
En stil is het, want nergens op de kaart te vinden. En het Ding is trouwens toch maar een heel rommelig Ding. Overal losse eindjes, tweedehands knoopjes, alledaags stofje ook, hier en daar nogal versleten, kortom niet echt een Ding om het licht voor aan te doen, of voor om te lopen. En zeker niet een Ding om nou eens uitgebreid te laten zien aan vrienden en bekenden.

Maar toch, hoe langer ik naar het wanstaltige Ding kijk, hier in het donker, hoe meer ik erop gesteld raak. Het zet me in beweging. Het dwingt me om me heen te kijken, goed om me heen te kijken, op plekken waar ik normaal niet zo vaak kom maar ook op hele bekende en zelfs een beetje saaie plekken. Het brengt me op ideeën en het piept een beetje als ik ze weer vergeet.

Dus als ik het Ding nou eens een beetje vriendelijk ging behandelen, hier een beetje zus en daar een beetje zo, en dan met een snuifje van dit en wat minder van dat, dan wordt het misschien toch nog wel een Ding om van te houden, een Ding dat bij kaarslicht misschien niet eens zo heel lelijk is. En dan kan ik het op een dag -stel je voor!- heeeel voorzichtig voorstellen. Uitsluitend aan Lieve Personen. Misschien hoor.