Na de efficient verlopen en zeer waarschijnlijk voor-vannacht-enige-voeding tevreden weer terug in bed. De baby dan. Want ik kon niet meer slapen. Ideeën voor de blog in m'n hoofd. Ideeën voor een artikel ook. Een artikel dat gezien alles dat erin moest komen meer een essay werd, of nee- misschien wel een heel boek. Kortom: een vol, vol, veel te vol hoofd.
En nu, uren later, waarin de nachtelijke stilte overgegaan is in LUIDE kinderstemmen, NOG LUIDERE grotemensenstemmen, open-en dichtslaande deuren, babygehuil, tevreden gesabbel, omvallende glazen, weer HEEL LUIDE grotemensenstemmen, de diepe rust van het middagslaapje (waarvoor overigens dank, O Godin van de Moeders van Jonge Kinderen). Eindelijk. Schrijven.
Schrappen. Meer schrijven. Alles weggooien. Computer uit. Computer weer aan. Ander onderwerp. Zelfde verhaal. Onderwerpen op.
Ik constateer een patroon hier, geloof ik. Meer een syndroom, eigenlijk. En ik ben aanbeland bij het (jawel) Moment van de Waarheid. Het Billen-Bloot Moment. Geïmponeerd
....gehuil, voeden, knuffelen....stilte
sorry, geïmponeerd dus door de prachtige, prachtig geformuleerde en van nog prachtiger visuals voorziene
posts van een lieve vriendin en aanpalende blogs ben ik ineens heel erg benauwd om in dit donkere, stille hoekje van het Net mijn ding te doen.
En stil is het, want nergens op de kaart te vinden. En het Ding is trouwens toch maar een heel rommelig Ding. Overal losse eindjes, tweedehands knoopjes, alledaags stofje ook, hier en daar nogal versleten, kortom niet echt een Ding om het licht voor aan te doen, of voor om te lopen. En zeker niet een Ding om nou eens uitgebreid te laten zien aan vrienden en bekenden.
Maar toch, hoe langer ik naar het wanstaltige Ding kijk, hier in het donker, hoe meer ik erop gesteld raak. Het zet me in beweging. Het dwingt me om me heen te kijken, goed om me heen te kijken, op plekken waar ik normaal niet zo vaak kom maar ook op hele bekende en zelfs een beetje saaie plekken. Het brengt me op ideeën en het piept een beetje als ik ze weer vergeet.
Dus als ik het Ding nou eens een beetje vriendelijk ging behandelen, hier een beetje zus en daar een beetje zo, en dan met een snuifje van dit en wat minder van dat, dan wordt het misschien toch nog wel een Ding om van te houden, een Ding dat bij kaarslicht misschien niet eens zo heel lelijk is. En dan kan ik het op een dag -stel je voor!- heeeel voorzichtig voorstellen. Uitsluitend aan Lieve Personen. Misschien hoor.