zaterdag 27 oktober 2007

Surplace

Het bakje brood wordt overhandigd, en op de grond leeggekieperd. Er wordt zorgvuldig 1 stukje uitgezocht, dat na een paar minuten peinzend wordt overhandigd aan de zwaan. Dan gaan er vijf brokken tegelijk het water in, maar zo dichtbij dat de eenden niet voorbij de zwaan durven en ook de zwaan een beetje voorzichtig is. Pauze. Hij draait zich om, en ziet acht duiven dansen rond het hoopje brood. Hij rent erop af. Gefladder. Ze strijken een eindje verderop neer. Weer stuift hij op ze af, weer vliegen ze op, de slimsten terug naar het inmiddels verlaten heuveltje voedsel wat hem niet opvalt want hij is te druk met de anderen te verjagen. Dit gaat een tijdje zo door. De eenden wachten ondertussen geduldig, de zwaan bewaakt de voorste linie. Dan herinnert hij zich opeens wat hij aan het doen was en de zwaan krijgt nu meerdere hapjes achter elkaar van het inmiddels flink gesloken bergje kruimels. De hoopvolle eenden kwekken wat op de achtergrond, maar zowel hij als de zwaan hebben geen medelijden en slechts aandacht voor elkaar.
Als het brood op is en alle duiven verjaagd gaan we naar huis. Op de fiets verheugt hij zich op een koekje en een sapje, (want als je twee bent komt alles in maat S).

Ik kijk, ik leer. En soms droom ik van iemand die ook voor mij de dag opdeelt in hapklare stukjes van tien minuten. Zodat ik net zo op kan gaan in het leven als hij. Maar ik zal het wel weer zelf moeten doen.

zaterdag 20 oktober 2007

De tomaat is gek...

...ze denkt dat het lente is!

dinsdag 9 oktober 2007

Barst

Het is nu 56 dagen geleden dat ik besloot om in principe een jaar lang niets meer te kopen. Als een creatieve uitdaging: als ik vind dat iets ECHT nodig heb, hoe kan ik dat dan voor elkaar krijgen zonder iets nieuws te kopen? Als een stiekum statement: ik ben echt niet alleen een consument. Als mijn eigen, heel kleine bijdrage aan het behoud van deze planeet. En vooral ook als een experiment: wat doet het (niet) kopen van dingen met me, daar was (en ben) ik erg nieuwsgierig naar.

Het was een spannend moment. Een groots moment, mag ik wel zeggen. Mijn hart bonkte, mijn handen trilden, mijn ogen schitterden boven mijn rode konen. Komend jaar had ik tenminste 1 Principe. Een interessant, dapper, maf Principe. Eén waarmee ik voor de dag kon komen en dat stof zou geven ter vulling van de conversatie-gaten op feesten en partijen. Ter boekstaving en ter verantwoording startte ik zelfs een blog. Toe maar, nog een nieuw en spannend Besluit.

En nu, na 56 dagen? Is mijn leven radicaal veranderd? Ben ik de hele dag bezig mijn creativiteit te gebruiken, ben ik inmiddels al een Beter Mens? Of ben ik juist een mens met problemen, stort het dagelijks leven in elkaar, vul ik het ene gat met het andere, en lopen ik en mijn gezin erbij als zwervers?

Ik moet zeggen, voorlopig niets van dat al. Dramatisch ondramatisch. Elke keer als ik op het punt sta water bij de wijn te doen blijkt op de vraag: 'Heb ik dit nou ècht nodig?', 'Nee' een heel bevredigend antwoord te zijn.

Nee, ik heb geen 'leuke nieuwe fietstas van Kitch Kitchen' (stond op mijn boodschappenlijstje voor in Nederland, echt waar! Hoe sneu kan je zijn...) nodig. Ik heb namelijk een ENORME bak voorop mijn fiets.
Nee we kopen niet weer een nieuwe tas voor mee naar school, de broodtrommel past best nog in die (al drie maanden...) oude tas.
Nee, ik heb voorlopig geen nieuwe kleren nodig, ik heb twee kasten vol waar ik toch elke keer dezelfde broek uit pluk.
Nee, ik koop geen cadeautje voor die kinderverjaardag, we knutselen wat en dat pakken we dan hèèl mooi in.

Ja, hij is twaalf jaar oud. De binnenkant is inmiddels net zo veranderd als de huid rond mijn ogen, maar hij lekt nog steeds niet. Wat is er eigenlijk gebeurd tussen mij en sentimentaliteit?

donderdag 4 oktober 2007

Ziek

Hij is zes en hij ligt op de bank. Ziek. Zielig. Koorts en rode konen, keelpijn. Het zou de eerste dag worden op zijn nieuwe school.

En het kan natuurlijk zijn dat hij wat heeft overgenomen van zijn broer. Die er net weer een beetje bovenop krabbelt, na drie dagen zo angstaanjagend raspend geademd te hebben dat zelfs ik het langzaamaan tijd vond worden om een dokter te raadplegen.

Maar ik weet zeker dat het de verandering is. De verandering van school die ik zo nodig vond. (Wij, zegt mijn lief, wìj vonden dat, samen. Maar 'wij' hebben alleen iets samen besloten als het een goed besluit blijkt te zijn, leg ik hem uit.)

Dit ding, dit moederschap, dat valt me zo verdomde zwaar af en toe.

Op mijn tong bijten: niet te vragen of hij verdrietig is, of of hij zijn vrienden zal missen, hem niet op te beuren, het niet lichter te kletsen dan het is. Om geen absolutie te vragen voor mijn eigen beslissing, en voor het verdriet dat dat hem bezorgt. Want dat is mijn pijn, mijn stuk, dat ik niet door een zesjarige kan laten helen. Dat niemand kan helen. Omdat ik volwassen ben en de consequenties van wat ik doe voor mezelf zijn.
En ik wil juist nu zo heel graag de hand van mijn moeder vasthouden, mijn moeder die alles ziet en alles weet, die zijn pijn kan wegkussen en die van mij erbij, en die me zegt dat alles altijd weer goed komt (maar die is tussen mijn achtste en mijn twaalfde stilletjes verdwenen. In haar plaats liet ze een vrouw achter die ik niet wilde kennen, één die het ook allemaal niet wist, één die ik de laatste jaren steeds beter begin te begrijpen).

Ik ben zo bang voor verwijten, van hem, later. Voor wat ik deed, of anders voor wat ik niet heb gedaan. En tegelijkertijd weet ik dat wat je je herinnert niet hoeft te zijn wat het was, dat je je misschien alleen de uitzonderlijke dingen herinnert en dat de dagelijksheid je ontschiet. Dat het het nu is dat hem vormt, het nu waarin ik hem vast moet houden zonder in mijn eigen pijn te zakken, waarin ik het hem zelf moet laten oplossen, het nu waarin ik alleen maar het stokje naast het stekje moet zijn.

Dit verschrikkelijke nu, een bundel zoeklicht, een zaklampje in het licht waarvan ik het juiste probeer te doen maar dat niets kan onthullen over hoe het uit zal pakken, of ik het goed zie, een kaarsje dat alleen mijn goede bedoelingen en mijn gevoel beschijnt.

En hem. Niet het kind dat ik zelf was. Of denk dat ik was, weet ik veel.
Ik hoop zo dat ik genoeg zicht heb om het ook niet zwaarder te maken dan het is, zodat ik met een somber hart een grapje kan maken en dan te zien dat hij helemaal niet zo sneu is, dat hij sterker is dan ik denk, of misschien zelfs wel dat het goed met hem gaat en dat we het juiste besloten hebben.

Mama, klinkt het van de bank, mama ik heb dorst. Kijk, daar kan ik wat mee. Sapje.

woensdag 3 oktober 2007

Nu



Toen ik terugkeek
naar de vele vele foto's
van toen hij pasgeboren was, in de armen van papa, van grijnzend in de kinderstoel, van toen hij drie werd (de taart! het feest!) en -de week ervoor nog- dat we samen gingen zwemmen, ik met mijn dikke buik en hij gillend van de lach op de glijbaan
toen voelde het vreemd, zo vreemd, andermans kind haast,
ben jij dit geweest?

Dus kochten we een videocamera.
Zodat zijn broer tenminste in motion zou worden vastgelegd
(lachend, spelend, ruziemakend)
Op alle filmpjes staat hetzelfde:
hoe hij naar de camera loopt om zichzelf te bekijken.

Pas bij mijn derde kind
warme lijfje knorrend tegen mijn borst, geur van zoete huid en lichtzure melk,
snap ik
eindelijk
wat ik echt wil bewaren
en de volslagen onmogelijkheid daarvan

en als je met een wandelstok loopt mama
dan zijn alle auto's anders
en kom je bij me eten op mijn woonboot

Yoga voor mensen met Ambitie en Wilskracht

1. (makkelijk) Ga op de grond zitten met de benen gestrekt. Doe je ogen dicht en breng je armen omhoog. Buig dan voorover, al strekkend, probeer je tenen te pakken (of wat maar vast te pakken valt). Breng nu op elke uitademing het hoofd dichter naar de knieen. Duw zo hard je kunt. Maak je flink kwaad. Werk harder. Pijn is fijn. Open je ogen en kijk hoe ver je bent gekomen. Ga rechtop zitten, zwel van trots.
2.(moeilijker) Ga op de grond zitten met de benen gestrekt. Doe je ogen dicht, strek je zo ver mogelijk uit omhoog. Buig dan voorover, al strekkend, probeer je tenen te pakken (of wat maar vast te pakken valt). Ontspan terwijl je diep blijft ademhalen. Ontspan. Ontspan. Open je ogen en kijk hoe(veel) ver(der) je bent gekomen (dan daarnet). Ga rechtop zitten, kijk bescheiden.
3.(voor de zeer, zeer ver gevorderden) Zie 2, maar zonder je ogen ook maar één keer open te doen en met een volslagen onverschilligheid voor het resultaat...