Ergens heb ik eens gelezen dat de gemiddelde vrouw elke week wel een keer huilt (de gemiddelde man elke vijf jaar... ). Ik moet bekennen, ik zit daar ver onder. Die week dan, niet die vijf jaar. Sinds ik kinderen heb is het wel vaker geworden trouwens, mijn kwetsbaarheid is bij elk kind zo'n beetje gekwadrateerd. Ik hou mijn gemiddelde laag door het laatste nieuws steeds listig te missen- lastig want soms zijn koppen genoeg om het verhaal te vertellen. Iemand in Nederland van Baby P. gehoord? Zo niet, geeft niks, denk Het Meisje van Nulde en je weet genoeg. Zoveel menselijk leed (aan zowel 'ontvangende' als 'uitdelende' zijde), dat kan ik op dagelijks basis niet verstouwen hoor.
Of in dat onderzoek stiekum een traantje plengen ook tot huilen gerekend weet ik niet. En een brok in de keel? Allebei had ik in elk geval, toen ik Noa vanavond op zijn verzoek een verhaaltje voorlas uit dit boek. Over de arme Kisa Gotami, gek van de verdriet door de dood van haar zoon. De Boeddha belooft haar zoon te genezen als ze hem een mosterdzaadje brengt van een gezin dat nog nooit iemand verloren heeft. En na vele gezinnen te hebben bezocht, realiseert ze zich dat ze niet de enige is, dat er zovelen zijn die zich met haar in hetzelfde schuitje bevinden, en vindt dan de kracht om de dood van haar kind te accepteren en hem eindelijk te begraven. Pfff....
O, en Noa? Die telde nieuwe en oude doden in onze familie, constateerde dat de Boeddha op alle fronten gelijk had gehad, en herinnerde me aan het halve hoofdstuk uit de Zevensprong dat ik ook nog moest lezen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten